Supersister opnieuw betoverend op ‘Nancy Never Knew’

Soundz cijfer 9/10
Supersister? Bestaan die nog? Die vraag heb ik in de afgelopen drie jaar regelmatig gehoord. En ik kon dan steeds antwoorden dat deze band uit de jaren zeventig inderdaad nog (of eigenlijk opnieuw) bestaat, eerst onder de naam Supersister Projekt, toen in 2022 het album Retsis Repus uitkwam. Om eerlijk te zijn leerde ik de band pas jaren later na de oprichting kennen, vanwege songs als She Was Naked en Radio en heb uiteindelijk enkele albums op cd gekocht.
Tekst: Harry Pater
Zanger en toetsenist Robert Jan Stips ging na het uiteenvallen van de band optreden en opnemen met bands als Golden Earring, Sweet d’Buster, Transister en Nits en produceerde diverse albums voor andere acts als Gruppo Sportivo en Vitesse. Daarnaast werkte hij ook regelmatig met cabaretier Freek de Jonge, maakte filmmuziek en muziek bij verschillende kunstprojecten èn bracht verschillende soloalbums uit.
Supersister maakte een comeback in 2000, toerde onder meer door de Verenigde Staten, maar werd in 2012 opgeheven nadat twee van de originele bezetting waren overleden: fluitist Sacha van Geest (2001) en bassist Ron van Eck (2011). Robert Jan Stips blies in 2018 de band nieuw leven in, wat te zien was in de tv-documentaire “De tovenaar van de Nederpop” over Stips, in Het Uur van de Wolf. In een strandtent op het Scheveningse strand werden opnamen gemaakt met diverse gastmuzikanten, zoals Supersister drummer Marco Vrolijk, en Rinus Gerritsen en Cesar Zuiderwijk, Bart Chabot, Anton Corbijn, Henk Hofstede, Freek de Jonge, drummer Leon Klaasse (o.m. ex-Sweet d’Buster, The Pilgrims en The Analogues) en anderen.
Een groot deel van deze opnamen kwamen terecht op het album Retsis Repus. Kort na het uitbrengen van dit album (cd en vinyl) volgde een tournee door ons land; ondergetekende was bij het optreden in het theater van het DRU Industriepark in het Achterhoekse Ulft, in april 2022. Omdat dit nog in de Covid-19 periode was, met anderhalve meter afstand van de overige bezoekers dus niet voor een volle zaal, omdat dit niet was toegestaan. Ruim een jaar later zag ik de band als headliner van een festival in Winterswijk. In beide gevallen was de bezetting: Robert Jan Stips (zang en keyboards), Rinus Gerritsen (basgitaar) en Leon Klaasse (drums, percussie en backing vocals). Beide optredens waren uitstekend en vol met zowel oud als nieuw songmateriaal.
Enigzins moeilijke muziek
Dit nieuwe album Nancy Never Knew (een verwijzing naar de eerste langspeelplaat Present From Nancy) werd opgenomen in verschillende studio’s en live-locaties, waarbij de vaste geluidsman van de Nits, Paul Telman, verantwoordelijk was voor de opnamen. Alles songs werden geschreven door Robert Jan Stips (eentje samen met manager Aad Link) en uitgevoerd door hem en de vaste ritmesectie Rinus Gerritsen en Leon Klaasse, terwijl op twee tracks ook het Residentie Orkest meespeelt. Stips en Link produceerden de plaat. Het album luistert als één lange track van net geen veertig minuten, wat vooral komt doordat alle twaalf songs in elkaar overlopen. Voor mij stond Supersister altijd voor ‘enigszins moeilijke’ muziek en op dit album is het ook zeker
geen doorsnee sound van drie muzikanten. Stips staat al tientallen jaren bekend als een toetsentovenaar, die zowel bij Supersister als bij de Nits de meest bijzondere klanken uit zijn keyboards weet te halen, zowel live als op plaat. Anywhere The Wind werd al als single uitgebracht, wat zeer begrijpelijk is, terwijl Never In A 100.000.000 Dreams daar ook voor in aanmerking zou kunnen komen. Afsluiter The Last Chord Open is een prachtige ballad, terwijl de rest van het album in z’n geheel, voor mij, een mooie plaat is, dat gewoon lekker klinkt. Wat mij betreft een aanrader!